Nederlandse waarden voor Vrede (gesproken column)

The Utrecht PrinciplesOp 21 september vierde Utrecht de Internationale Dag voor de Vrede met een avond van toespraken in het Academiegebouw. Mij werd gevraagd om namens SIB-Utrecht, in een gesproken column commentaar te geven op the Utrecht Principles, welke die avond werden gelanceerd in de aanloop naar het 300-jarig bestaan van de Vrede van Utrecht in 2013. Ze werden door een werkgroep van de Universiteit utrecht opgesteld als leidraad voor de internationale visie van de stad Utrecht. Uiteraard was ik graag bereid tot enige opbouwende kritiek.

 

Het grote aantal betrokken partijen in de totstandkoming van the Utrecht Principles riekt naar politiek correcte gelegenheidsconsensus en maakbaarheid. Niet bepaald de ideale uitgangspositie voor een intellectueel onafhankelijke visie zou je zeggen. Als natuurkundige kijk ik dan ook liever naar de realiteit. Wat zouden kosmopolitische waarden voor duurzame vrede nu werkelijk moeten inhouden? Allereerst moeten zij zich onmiddellijk ontdoen van het achterhaalde multiculturalisme en eindelijk eens duidelijk kiezen voor mensenrechten en de Nederlandse identiteit zonder zich daarbij af te sluiten van globalisering en andere culturen.

Voor ik mijn conclusie bereik zal ik twee essentiële principes uitwerken, te beginnen met een definitie van vrede, en vervolgens kosmopolitisme, multiculturalisme en globalisering.

Vrede
Het sleutelbegrip vandaag is vrede, dus ik kan maar beter een behoorlijke definitie van het relevante concept binnen onze cultuur en samenleving geven. Daar het een idee met een sterke morele en politieke lading betreft is de strikte, enge definitie van het woord onvoldoende. Deze garandeert immers geenszins een situatie die wij als rechtvaardig zouden kernmerken.

Kort door de bocht genomen vindt onze huidige moraal haar oorsprong niet alleen in het liberalisme en de verlichting, maar ook in de klassieke oudheid en het Christendom. Zoals Nietzsche al observeerde is deze laatste een slavenmoraal, geboren uit onderdrukking. Het leven van een slaaf of onderdrukt persoon is dikwijls gekenmerkt door relatieve kalmte en acceptatie van de status quo. Toch maakt het concept op ons een diepe indruk van onrecht. De essentie van slavernij is het deficit aan vrijheid. (Overigens floreerde slavernij in zowel de klassieke oudheid, als ook in veel Bijbels georiënteerde samenlevingen, een kenmerk voor het gebrek aan gelijkheid.) Romeins denker en staatsman Cicero drukte het zo uit:

“[…] inter pacem et servitutem plurimum interest. pax est tranquilla libertas, servitus postremum malorum omnium […]”

“Het verschil tussen vrede en dienstbaarheid is enorm. Vrede is vrijheid in kalmte, dienstbaarheid is het grootste kwaad dat bestaat.”

Vrijheid van het individu is hier dus het kernbegrip, maar ook vrijheid is een geladen en moeilijk begrip. Daar onze tijd beperkt is ga ik beroep doen op wat mij betreft de onbetwiste autoriteit ‘on Liberty’, u raadt het al: John Stuart Mill

Hij verwoordde het Harm Principle, welke in één zin samengevat luidt:

“[…] the only purpose for which power can be rightfully exercised over any member of a civilized community, against his will, is to prevent harm to others.”

Dit lijkt misschien een erg beperkte duiding van vrijheid, maar deze is essentieel om te voorkomen dat het credo van vrijheid wordt misbruikt in de rechtvaardiging van collectieve onderdrukking die wij in de twintigste eeuw hebben gezien. De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen, en ik geloof niet dat deze bedoelingen haar consequenties rechtvaardigen.

Vrede is dus kalmte en soevereiniteit voor het individu binnen de beperkingen opgelegd door de rechten van andere individuen. Dan rijst natuurlijk de vraag hoe je dat kunt concretiseren. Gelukkig heeft ’s werelds grootste organisatie ter bevordering van vrede hier al een uiterst geschikt antwoord op geformuleerd: De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Met name de burgerpolitieke rechten hierin zijn een bruikbare uitwerking van wat rechtvaardige vrede inhoudt, en het document zelf een concreet politiek-juridisch instrument om haar te bevorderen.

De rechtvaardige en duurzame vrede die the Utrecht principles dus hopen voor te staan wordt het best gediend door bevordering van de mensenrechten, met een speciale focus op de negatieve vrijheden, welke sterk overeenkomen met de burgerpolitieke rechten.

Kosmopolitisme
De titel van the principles spreekt van “kosmopolitische waarden” als het vehikel waarmee duurzame vrede bereikt zouden moeten worden. Leuk, maar wat betekent het? Kosmopolitisme spant de Cynische autarkie van Diogenes van Sinope tot aan het moreel universalisme van Emmanuel Kant. Een populaire recente interpretatie komt van Kwame Anthony Appiah, die een middenweg voorstelt door de natiestaat een expliciete rol in de bemiddeling tussen rechten en verantwoordelijkheden van de kosmopoliet te geven. Maar juist de rol van de natiestaat wordt door the principles gemarginaliseerd.

De toelichting maakt echter meer duidelijk over wat er bedoeld wordt, men spreekt over de “multiculturele samenleving”, “respect voor andere culturen en geloofsovertuigingen”, en Westerse waarden die aan betekenis inboeten. Dit baart mij enige zorgen. Natuurlijk is het van essentieel belang dat we een open maatschappij blijven, die flexibel en adaptief kan inspringen op nieuwe kansen, maar het gevaar dat deze overwegingen doorschieten in een degeneratief cultuurrelativisme ligt nog altijd op de loer. Voor de grote West-Europese steden is de succesvolle integratie van niet-Westerse allochtonen de grote uitdaging voor de komende decennia. Daarom moeten we de lessen van de in 2002 geknapte zeepbel van heilloos multiculturalisme niet vergeten. Cultuurrelativisme leidt immers tot een waardenloze maatschappij, waar redelijke consensus over moraliteit uitermate problematisch wordt.

Het dilemma is duidelijk, morele autarkie en starheid zijn niet realistisch tegen de achtergrond van voortschrijdende globalisering, maar om binnen de wereld een positie in te nemen en haar inwoners een gemeenschappelijk kader te bieden heeft Utrecht wel een betekenisvolle identiteit nodig.

Mijn oplossing is eigenlijk enorm simpel. Door gebruik te maken van de Nederlandse en in het bijzonder ook Utrechtse traditie in tolerantie en compromisbereidheid, gecombineerd met de daarmee samenhangende ononderhandelbare beginselen, zoals onze vrijheden en mensenrechten, zouden wij in staat moeten zijn een omarming van ons internationaal karakter te realiseren.

Terug naar het bredere verhaal; de mondiale globalisering creëert niet alleen in Utrecht maar wereldwijd een steeds sterkere vraag naar identiteit. Deze identiteit moet geworteld liggen in de lokale cultuur en traditie om betekenis te hebben, de mens heeft behoefte aan een ‘wij’ en een ‘zij’, een groep om toe te behoren. Bij gebrek aan overtuigend bewijs au contraire, neem ik aan dat deze millennia-oude behoefte op de middellange termijn niet zal verdwijnen. Daarmee kan het kosmopolitische ideaal voorlopig niet gerealiseerd worden. Een dualiteit tussen een sterke lokaal en cultureel gebonden identiteit enerzijds, en een universeel breed ondersteund moreel kader van ten minste de mensenrechten anderzijds is echter wel voorstelbaar. Deze zal veel werk vergen en het is misschien een wat laf antwoord op het dilemma tussen universalisme en relativisme, maar het biedt wel perspectief.

Dit zou dan ook het model van kosmopolitisme moeten zijn: een open, naar buiten gerichte wereldstad, waar cultuur leeft en dynamisch is, maar eeuwenoude verworvenheden te pen en te zwaard als hogere waarden verdedigd en verspreid worden. Dan kan Utrecht de globalisering met open vizier tegemoet treden, en als voorbeeld voor andere steden dienen. Ik ga naar mijn conclusie toe.

Conclusie
Concluderend kunnen we daarom de volgende zaken vaststellen: Gelukkig zijn the Utrecht principles nog niet af. Het is belangrijk dat er in de komende jaren een grotere nadruk ligt op mensenrechten en globalisering en dat deze in een programma van voorlichtende activiteiten concreet wordt verspreid. Hiermee sluit ik aan op de VN-resolutie over de Internationale Dag voor de Vrede, waarin de volgende operatieve clausule is opgenomen:

“Invites all Member States, organizations of the United Nations system, regional and non-governmental organizations and individuals to commemorate, in an appropriate manner, the International Day of Peace, including through education and public awareness […]”

Dit soort activiteiten zijn vooral effectief wanneer zij op initiatief van Utrechters zelf worden ontplooid… zoals de wekelijkse lezing van SIB (elke dinsdagavond in Instituto Cervantes hier tegenover aan het Domplein) en het dagvullend congres over mensenrechten en globalisering dat SIB op 6 februari aanstaande in ditzelfde gebouw zal organiseren.

Een succesvolle integratie van verschillende culturen in Utrecht, en van Utrecht in de geglobaliseerde wereld vergt boven alles helderheid over de eigen identiteit. Cultuur is hier een essentieel onderdeel van, maar net zo bepalend zijn onze niet onderhandelbare, inherente principes. Daarmee heb ik het over oer-Hollandse (en tegenwoordig ook Utrechtse) waarden zoals vrijheidszin en democratisch bewustzijn, die zijn verankerd in een burgerlijke cultuur van eenvoud, verdraagzaamheid, maatgevoel, antiheroïsme, netheid, en nijverheid. Het is tijd dat wij wat meer waardering krijgen voor onze eigen identiteit! Wanneer the Utrecht Principles echte Nederlandse waarden met zelfvertrouwen weten uit te dragen, hebben zij een kans om in ieder geval hun minder megalomane doelen te verwezenlijken.

Leave a Reply

Your email address will not be published.